Nieuws
Opvoedtip: faalangstig kind helpen

Opvoedtip: faalangstig kind helpen

Kinderen met faalangst zijn vaak bang om dingen uit te proberen of door te zetten. Door het idee dat het toch niet zal lukken, lukt het vaak ook inderdaad niet. Het kind denkt dan: zie je wel, ik kan het niet. Door deze negatieve faalangst gebruiken kinderen de eigen capaciteiten niet optimaal en leren ze minder.

Faalangst komt vooral voor bij kinderen vanaf een jaar of 10. Het komt het meest voor bij kinderen van 12 en 13 jaar. Het is belangrijk om faalangst te herkennen en een faalangstig kind te helpen. Kinderen met faalangst kun je helpen door het zelfvertrouwen te vergroten. Reageer positief op wat je kind probeert. Let niet te veel op wat niet lukt. Als kinderen hun best doen is dat altijd goed genoeg.

Leg nadruk op wat wel goed gaat

Kinderen met faalangst kijken vaak alleen naar dingen die niet goed gaan.

  • Zeg tegen je kind: ‘Je noemt 2 dingen die niet goed gingen. Noem er nu eens 2 die wel goed gingen.’ Zo neem je de faalangst serieus en leert je kind de dingen van een positieve kant te bekijken.
  • Laat je kind zelf de positieve kant bedenken. Dan leert je kind dat het ook zonder hulp kan.

Help je kind om het zelf te doen

Begeleid je kind als het iets moeilijk vindt. Maar doe dat wel zo dat je kind het daarna weer zelf kan.

  • Een moeilijke taak, bijvoorbeeld een spreekbeurt maken, kun je samen met je kind indelen in overzichtelijke stapjes. Vertel na ieder ‘stapje’ dat het goed gaat.
  • Geef zelf het goede voorbeeld: laat zien dat jij iets wat je moeilijk vindt toch aanpakt.

Faalangst niet versterken

Wees niet te beschermend en probeer niet alles voor je kind op te lossen. Dat versterkt faalangst juist. Geef kinderen niet het gevoel dat ze perfect moeten zijn. Niemand is perfect. Zeg ook niet dat ze spontaan of flink moeten zijn, want dat kan niet als ze zich niet zo voelen.

Bespreken

Je kunt faalangst gewoon met kinderen bespreken. Dat kan zelfs al met kleuters. Laat je kind daarbij merken dat je het serieus neemt, dat het niet raar is en dat alles goed komt. Bespreek de faalangst van je kind ook met de leerkracht op school. Die kan op verschillende manieren zorgen voor een positieve begeleiding.

Hulp zoeken

In overleg met je kind kun je besluiten om een faalangsttest te laten doen. Leg goed uit dat het geen prestatietest is, maar gewoon een manier om uit te zoeken wat er precies aan de hand is. Na die test kan er een plan gemaakt worden zodat je kind leert om positiever en rustiger te denken. Sommige scholen kunnen een faalangsttest doen.

Ook bestaan er cursussen om met faalangst om te leren gaan. Bespreek met de intern begeleider, mentor of zorgcoördinator op school wat de mogelijkheden zijn.

 

Lees meer opvoedtips.


Nieuwsdatum: woensdag 29 november 2017

Nieuws